

De discussie rond de Eindhoven busvervoer investering laait op nu de stad waarschuwt dat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de groei van het openbaar vervoer op te vangen. Wethouder mobiliteit Robert Strijk benadrukte vrijdag in het provinciehuis in Den Bosch dat de provincie meer geld moet uittrekken. Volgens hem ontbreekt het aan urgentie en inzicht in de omvang van de opgave.
Vrijdag werd in Provinciale Staten een eerste schetsdocument besproken voor de toekomstige OV-concessie in Zuidoost-Brabant. Deze nieuwe concessie, die in 2029 in moet gaan, bepaalt welke diensten worden geëxploiteerd, wie ze uitvoert en hoe ze gefinancierd worden. Omdat de provincie de grootste financier is, heeft zij grote invloed op de kwaliteit van het regionale busnetwerk.
In het document is opgenomen dat vanaf 2026 structureel drie miljoen euro per jaar beschikbaar komt als basis voor een beperkte schaalsprong. Daarmee wil men vooral inzetten op verbeteringen in de exploitatie, bijvoorbeeld extra ritten of een uitbreiding van bepaalde lijnen. Maar wethouder Strijk stelt dat deze middelen tekortschieten om de noodzakelijke groei te realiseren. “Een forse schaalsprong is broodnodig. Met drie miljoen euro per jaar ga je dat simpelweg niet doen,” aldus Strijk.
Strijk schetste een urgent probleem: Eindhoven behoort tot de snelst groeiende steden van Nederland. De bevolking stijgt de komende jaren fors, mede door de aantrekkingskracht van Brainport. Daardoor neemt ook de mobiliteitsdruk toe. Zonder een structurele Eindhoven busvervoer investering, zo waarschuwt hij, dreigt de bereikbaarheid van de stad vast te lopen. “Als alle nieuwe én huidige Eindhovenaren blijven reizen zoals nu, loopt de stad vast,” zei hij.
Infrastructuur is niet het enige probleem.
Hoewel Eindhoven de afgelopen jaren juist flink investeert in infrastructuur zoals vrijliggende busbanen, hoogwaardige OV-routes en tunnels, is dat volgens Strijk onvoldoende. In september werd de HOV3-lijn geopend, een voorbeeld van hoogwaardige infrastructuur die bussen sneller en betrouwbaarder moet maken.
Toch ontstaat er een discrepantie: er komen wel nieuwe busbanen, maar de investeringen in exploitatie blijven achter. Zonder voldoende bussen, chauffeurs en dienstregeling kan de bestaande infrastructuur niet optimaal worden benut. “We investeren goed in busbanen, maar zijn er straks ook genoeg bussen?” vroeg Strijk.
Volgens hem moet niet alleen worden nagedacht over infrastructuur, maar vooral over schaalvergroting van het busnetwerk zelf. Dat vraagt om extra middelen die nu nog niet zijn voorzien.
Provincie en stad moeten samen optrekken
De wethouder riep daarom op tot een gezamenlijke strategie waarbij zowel stad als provincie investeren in een toekomstbestendig mobiliteitssysteem. Hij benadrukt dat een grootschalige Eindhoven busvervoer investering noodzakelijk is voor economische groei, leefbaarheid en duurzaamheid.
“Eindhoven heeft landelijke ambities, maar dat vraagt om een passend mobiliteitssysteem. Bussen spelen daarin een cruciale rol.”
ASML blijft met ruime voorsprong grootste R&D-investeerder van Nederland, Philips op grote afstand tweede. Lees hier meer!



