
In Eindhoven en omgeving groeit de dakloosheid in Eindhoven tot zorgwekkende niveaus. Uit een regionale telling blijkt dat er ruim 2400 dak- en thuisloze mensen zijn, onder wie 320 kinderen. Het is de eerste keer dat de regio meedeed aan de zogenoemde ETHOS-telling, die ook de verborgen dakloosheid — mensen die niet op straat leven maar geen vaste woning hebben — zichtbaar maakt.
“Je schrikt als je deze cijfers hoort,” zegt wethouder Samir Toub (Eindhoven, zorg en welzijn). “Maar het bevestigt wat we al vermoedden: het probleem is groter dan wat je op straat ziet.”
Bij de telling werkten 84 organisaties en instellingen mee, waaronder opvanghuizen en huisartsen. De telling laat zien dat 320 kinderen in de regio Eindhoven dak- of thuisloos zijn. Ze slapen meestal niet buiten, maar verblijven tijdelijk bij familie, vrienden of op vakantieparken. Toch is de impact groot. “Kinderen hebben stabiliteit nodig,” aldus Toub. “Een vakantiepark of instelling is geen plek om zorgeloos op te groeien.”
Naast de 320 direct dakloze kinderen zijn nog eens 879 kinderen indirect betrokken bij dakloosheid, omdat één of beide ouders geen woning hebben. Hun leven is onvoorspelbaar: van logeeradres naar logeeradres, zonder zekerheid over morgen.
Ook jongeren vormen een groeiende groep: 19 procent van de dak- en thuislozen in de regio is tussen de 18 en 27 jaar oud. Dat zijn niet alleen studenten, maar ook jongeren uit de jeugdzorg of mensen die na een scheiding of baanverlies geen woning meer vinden.
Een opvallend resultaat van de ETHOS-telling is het grote aantal vrouwen zonder vaste woonplek. 29 procent van de dak- en thuislozen is vrouw — veel meer dan eerdere landelijke schattingen. “We zien veel alleenstaande moeders die bij familie of vrienden verblijven,” zegt Toub. “Het traditionele beeld van dakloosheid past niet meer bij de realiteit.”
Volgens wethouder Toub ligt de kern van het probleem in de woningnood. Betaalbare huizen zijn schaars, terwijl de vraag alleen maar toeneemt. “Je ziet dat er te weinig plekken zijn,” stelt hij. “Mensen kunnen een scheiding meemaken of hun baan verliezen, en dan is het bijna onmogelijk om snel een nieuwe woning te vinden.”
Slechts 12 procent van de dak- en thuislozen slaapt daadwerkelijk in de openbare ruimte. De rest verblijft tijdelijk bij anderen of in instellingen. Toch blijven hun problemen groot: zonder vast adres is het lastig werk te behouden of hulp te krijgen.
De vijftien gemeenten in de regio hebben samen het Regionaal Actieplan Dakloosheid 2024–2030 opgesteld. Daarmee willen ze niet alleen dakloosheid verminderen, maar ook voorkomen dat mensen hun woning kwijtraken.
“Preventie is cruciaal,” benadrukt Toub. “We moeten zorgen dat mensen hun inkomen behouden, schulden kunnen aflossen en een betaalbaar huis kunnen huren.”
De ETHOS-telling zal elke vier jaar worden herhaald om te zien of het beleid resultaat oplevert. De komende jaren moeten duidelijk maken of de gezamenlijke inspanningen effect hebben op de dakloosheid in Eindhoven.
De cijfers maken één ding pijnlijk duidelijk: dakloosheid in Eindhoven is niet altijd zichtbaar, maar wel alom aanwezig. Achter de statistieken gaan gezinnen, jongeren en alleenstaande ouders schuil die worstelen met onzekerheid en gebrek aan woonruimte.
De uitdaging voor de toekomst ligt in meer betaalbare woningen, snelle hulpverlening en maatregelen om huisuitzettingen te voorkomen. Alleen dan kan Eindhoven toewerken naar een regio waarin iedereen een plek heeft om thuis te komen.